Een nieuw buurtschap moet voldoen aan de volgende voorwaarden:

1. Integrale aanpak
Een integrale aanpak vanaf de start waarbij verschillende disciplines gezamenlijk een bijdrage willen leveren met een complete “360 graden” aanpak, waarin de belangen van alle betrokken partijen zoals overheid, boeren, toekomstige bewoners en omwonenden (participatie) worden verenigd. Met als doel een duurzame ontwikkeling en instandhouding van nieuwe buurtschappen.

2. Gezamenlijke doelen
Op alle schaalniveaus worden de gezamenlijke doelen nagestreefd. Hierbij wordt als leidraad gebruik gemaakt van de ‘Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen’ (Sustainable Development Goals)

3. Omvang
Een nieuw buurtschap moet minimaal 3 hectare groot zijn.
Alleen op die manier is er genoeg ruimte voor een juiste balans tussen de natuur en haar bewoners.

4. Bestemming huidig: agrarisch
De locatie moet een agrarische bedrijfslocatie zijn met een agrarische bestemming erop.
Van intensief agrarisch naar extensief in een natuurlijke omgeving.

5. Bestemming toekomst: wonen en natuur
Het plangebied dient voor 80% uit natuur te bestaan. Bij een minimum oppervlak van 3 hectare gaat het dan 2,4 hectare aan nieuwe natuur en 6000 m2 voor de bestemming wonen (zie ook punt 7).

6. Zelfvoorzienend
Door volledig in te zetten op duurzaamheid en circulariteit wordt ingezet op buurtschappen die zelfvoorzienend zijn. Met energie neutrale bebouwing en een inrichting gericht op CO2 opslag en het realiseren van hernieuwbare energie. Ieder buurtschap krijgt een eigen moestuin, voedselbos en bijenkast met inheemse bijen.

7. Doelgroep
Een nieuw buurtschap is inclusieve gemeenschap wat betreft de bewoners en richt zich op verschillende doelgroepen. Exact toe te passen bouwprogramma hangt samen met eventuele gemeentelijke randvoorwaarden (bv woonvisie).
Voor de realisatie van een buurtschap wordt uitgegaan van:
25% (sociale)huurwoningen
25% (goedkopere) starterswoningen
50% (middelduur- tot duur) senioren en of gezinswoningen
Ook kan er worden ingezet op een sen sociaal maatschappelijk programma, bijvoorbeeld in de vorm van een kleinschalige zorglocatie.

8. Bouwprogramma
Voor elk buurtschap wordt in de basis uitgegaan van het oppervlak (footprint) van de bestaande opstallen (schuren, stallen, hooiberg). Binnen dit oppervlak mag er ombouw of nieuwbouw plaatsvinden. De (agrarische) dienstwoning krijgt hierbij een vaste woonbestemming.
Voor meer bouwen dan de bestaande footprint is het aantal extra te ontwikkelen natuur bepalend voor de ontwikkelruimte. Voor elke hectare extra natuurontwikkeling boven de minimale 3 hectare is er 600m3 aan ontwikkelruimte voor nieuwe volumes mogelijk. Hierbij blijft de woonverdeling (punt7) intact.
Afhankelijk van de grootte van de stikstofdepositie is hierin na berekeningen maatwerk mogelijk per locatie.

9. Bouwmethode
Bouwmethoden met lokale biosbased materialen, denk aan Europees thermisch verduurzaamd hout en geperst stro van biologisch graan. Lokaal archetypisch passend bij het klimaat. Hierbij wordt CO2 opgeslagen in plaats van geproduceerd. Ook natuur inclusief bouwen is een vereiste. De architectuur is locatie specifiek. In zijn algemeenheid dient er in de vormgeving van nieuwe volumes gerefereerd te worden aan de oorspronkelijk aanwezige bebouwing.

10. Nieuwe natuur en toegankelijkheid
Voor de ontwikkeling van nieuwe natuur wordt aangesloten bij de index natuur en landschap. De te realiseren natuurdoeltypen zijn vanwege de verschillende landschapstype locatie specifiek en kunnen daarom verschillen per regio.
Op elke locatie dient ruimte gereserveerd te worden voor wateropvang. Dit is wenselijk in de vorm van een visvijver, maar is locatie afhankelijk.
Elke locatie is openbaar toegankelijk om daarmee een recreatieve meerwaarde te geven. Dit kan in de vorm van aansluiting op wandelpaden of bijvoorbeeld een openbare picknick- of uitzichtplek.
Op elke locatie dient er een voedselbos te komen vanwege de specifieke kwaliteiten (CO2 opslag, voedselproductie, ect) van minimaal 5000m2. Het voedselbos kan in gebieden die meer open moeten blijven worden vormgegeven als permacultuur, ecologisch ingericht en klimaatbestendig. Indien passend bij de locatie kan dit oppervlak worden vergroot.